What's New I Sitemap I Bibliography I Vortigern Studies l POLLS I LINKS l Games I Sitemaster |
Vortigern Studies > Fectio > Roman Sites > Ermelo 2001 |
Fectio Index |
Op de Ermelose Heide bevindt zich het enige Nederlandse exemplaar van een Romeins marskamp. Ik ben in de buurt van dit deze plek opgegroeid, maar het heeft even geduurd voordat ik me er echt bewust van werd. Ik bedoel, ik ben nogal eens in dit gebied geweest met de auto, te voet met onze hond of op de fiets, maar ik heb het desondanks toch nooit echt gezien. Als kind hoorde ik al van het Romeinse kamp ergens op de Ermelose Heide en, zoals jongens nu eenmaal doen, verbeelde ik me hoge muren en allerlei resten die voor het oprapen zouden liggen. Het zal wel een teleurstelling zijn geweest, want het duurde 15 jaar voor ik terugging. Natuurlijk, de restantanten zijn nu ook niet bepaald indrukwekkend voor de argeloze bezoeker en nogal moeilijk te vinden als je geen idee hebt waar te zijn. Toen ik in 2000 gericht op zoek ging liep ik er compleet langs en maakte zelf fotos van andere bulten in de hei! Maar als je weet waar te zoeken (en de informatiezuil helpt) en met slechts een beetje kennis van Romeinse kampen blijkt de plek toch indrukwekkend. Tenslotte zijn alle stenen gebouwen uit de Romeinse tijd verdwenen, maar dit zeer tijdelijk gebruikte kamp ligt er nog steeds.
Het Kamp Dit kamp
is het enig bekende exemplaar van een Romeins marskamp in
Nederland. Er zullen er zonder twijfel meer geweest zijn,
maar als ze nog bestaan hebben ze ontdekking en onderzoek
weten te ontlopen.
Men kan zich afvragen waarom werd dit kamp hier werd aangelegd, aan de noordrand van de Veluwe, een streek die tot de late 19de eeuw nagenoeg leeg en tijdens de Romeinse periode bijna onbewoond? De plek van het kamp geeft misschien aan waarom, omdat dit bovenop een heuvelrug ligt, die de oostkant van het Flevomeer (Lacus Flevo, een Romeinse naam) scheidt van een ondiepe vallei verder naar het oosten. Een 19de eeuwse kaart (Klik op het plaatje om te vergroten) toont dat, in tegenstelling tot het landschap vandaag, dit gebied vroeger vrijwel onbebost was, met een weids uitzicht naar alle kanten. De kaart toont de Ermelosche Heide ten zuiden van een nog leger zandig gebied (Ermelosche Zand). De kaart toont ook de toppen van nabije heuvels en de strategisch lopende heuvelrug waar mogelijk ook een oude weg overheen liep. Moerassen en bossen in de lager gelegen valleien hebben deze heuvelrug waarschijnlijk tot een natuurlijke doorgangsroute gemaakt. De kortste afstand tot de Rijn is twee dagen marcheren (36 kilometer, en nog een dag tot de Flevo die toen een veel kleinere omvang had. Het fort, op de kaart niet in verbinding gebracht met Romeinen maar met heidense gebruiken (Heidensch Kamp), controleert duidelijk een aantal routes die een lijn van heuvels kruisen (vijf namen eindigend op -berg), daarmee aangevend waarom deze plek werd gekozen. Oorsprong van het kamp Wij
kunnen slechts gissen naar de redden waarom het kamp werd
aangelegd. Het werd in een zeer korte tijd gebouwd en
herbergde een Romeinse legermacht van enkele duizenden
sterk. Vergeleken met de 56 hectare van Xanten of de 42
hectare van het castra te Nijmegen lijken de 9 hectare
van het Ermelose marskamp niet veel, maar men moet niet
vergeten dat deze legerplaatsen werden aangelegd voor
twee legioenen en hun hulptroepen. Voor een tijdelijk
marskamp is het zeker groot genoeg om een legioen te
herbergen. Aangezien Legio X Gemina rond
105 N. CHR. uit het nabijgelegen Noviomagus/Nijmegen
werd verplaatst, zouden we misschien naar Legio IX
Hispana moeten kijken, dat na 120 N. CHR. uit
Britannië verdween met onbekende bestemming. Het
Negende, of tenminste een detachement, verrichte
herstelwerkzaamheden in Nijmegen. Misschien was er in
deze periode helemaal geen legioen in Nijmegen, wat
betekent dat we naar Xanten moeten kijken, waar vanaf 120
N. CHR. Legio XXX Ulpia Victrix gelegerd was. Dit
is echter allerminst zeker daar er geen geschreven
bronnen bestaan die een veldtocht in deze streken tijdens
deze periode noemen. We
kunnen echter proberen een stukje geschiedenis te
reconstrueren. Na de dood van keizer Marcus Aurelius
(161-180 N. CHR.) lijkt dit gebied in vlammen te zijn
opgegaan. De auteur van de Historia Augusta
vertelt dat Didius Julianus (keizer voor twee korte
maanden in 193 N. CHR.) eerder de functie van praetor
bekleedde, voordat hij commandant van Legio XXII
Primigenia werd, dat in Mogontiacum/Mainz
gelegerd was. Later werd hij de functionaris die scepter
zwaaide over de Belgische provincies. Het relaas vertelt
dat hij met haastig opgeroepen reservisten en hulptroepen
de Chauken teweer stond. die blijkbaar de kuststreek
aanvielen (ze kwamen van de monding van de Elbe). Deze
Chauken richtten behoorlijke schade aan in steden als
Doornik, Arras, Thérouanne en Bavay, die herbouwd
moesten worden in het laatste kwart van de 2de
eeuw. Een kamp van Julianus hulptroepen is gevonden
bij Maldegem, gebouwd rond 173 N. CHR. en plaats biedend
aan een eenheid Tongerense cavalerie. Er is ooit gesteld
dat het Ermelose kamp een deel is van een tegenstoot in
de rug van de Chauken met als doel hun invallen te
stoppen of te voorkomen met een aanval over land naar hun
stamgebied. Wat ook de redenen zijn voor de aanleg van het kamp, het toont bijna zeker een aggressive commandant zoals Didius Julianus. De campagne naar de binnenlanden van Vrij Germanië mag geslaagd zijn of gefaald hebben, maar het heft ons een prachtig kamp op de Ermelosche Heide opgeleverd. (Klik op
de kaart om te vergroten) Het kamp ligt
ten zuiden van de Flevoweg (N302). Komende uit oostelijke
richting (Apeldoorn of de A1), kan men gemakkelijk
parkeren op de parkeerplaats direct langs de Flevoweg.
Echter, komt men uit het westen (Harderwijk, A 28) dan
mag er pas gekeerd worden op de volgende kruising
(Postweg). Er rijdt veel verkeer op deze weg, meestal met
hoge snelheid pas op met oversteken. Op dit punt kan men goed zien hoe wal en gracht naar het zuiden lopen. Beide worden doorsneden door het fietspad zodat het profiel duidelijk zichtbaar is.
Volg de greppel in een rechte lijn naar de tankbaan (een brede zandige laan). De lijn van de greppel wordt hier en daar onduidelijk maar als men een rechte lijn aanhoudt arriveert men bij de tankbaan aan de zuidwest punt van het fort. De laatste keer dat ik het fort bezocht stond er een lange paal in de grond die dit punt markeerde (waarschijnlijk als richtpunt voor de chauffeurs van de pantservoertuigen), zoals de zien is in de fotos.
Volg nu de greppel terug naar de weg. Het lijkt hier op een doodgewoon voetpad, maar als duidelijk herkenbaar als men eenmaal weet dat het de restanten van het fort betreft. De greppel en wal zijn niet meer te volgen waar ze door het bos bedekt worden.
|
VortigernStudies is copyright © Robert Vermaat 1999-2005. All rights reserved |